Pijntje bij het springen? Blijf er niet mee lopen!

Pijntje bij het springen? Blijf er niet mee lopen!

Gepubliceerd op 13 oktober 2022

Ziekenhuis Gelderse Vallei heeft een speciale tak voor alle soorten sportgeneeskunde, Sports Valley. Wij vroegen sportarts Mannes Naeff naar tips om blessures te voorkomen.

Samen met onder andere cardiologen, orthopeden, radiologen en collega-sportartsen zorgt Mannes Naeff voor zowel de topsporter als de (fanatieke) amateur. Gelderse Vallei is dan ook Official Hospital van het WK. Met Mannes spraken we over het verschil tussen topsporters en amateurs, maar ook wat jij kunt doen op jouw club om het seizoen zo goed mogelijk te beginnen.

Mannes is zelf niet onbekend in de sportwereld, na een sportieve jeugd begeleidde hij onder meer wielerploeg Team DSM in grote en kleine etappekoersen. Ook is hij actief op Papendal met het begeleiden van TeamNL voor onder andere de volleyballers. De perfecte persoon dus om vragen aan te stellen over blessures bij onze mooie sport.

“Topsporters trainen natuurlijk yearround. Bij de teams die er niet hun werk van hebben gemaakt is sport vaak een belangrijk onderdeel in hun leven, maar trainen lukt door verschillende omstandigheden niet altijd constant,” legt Mannes uit. “Je ziet daarom vaak na de zomerstop beginnende blessures opkomen wanneer volleyballers weer starten met trainen en wedstrijden spelen. Met name de pezen moeten veel klappen opvangen als de sprongfrequentie weer wordt opgevoerd. Trainers, maar ook spelers zelf, moeten hier scherp op zijn. Deze klachten kunnen van kwaad tot erger gaan, waardoor uitval vaak een gevolg is. En peesweefsel herstelt langzaam, waardoor dat ook vaak een tijdje duurt. Je kunt daarom beter vroeg schakelen op kleine aanpassingen in trainingen en wedstrijden.”

Blessures bij toppers en fanatieke beginners

Toppers, zoals de volleybaldames, hebben juist vaker blessures die komen door het uitvoeren van repetitieve bewegingen. “Je ziet dat ook bij hen terug in peesklachten in de benen, maar denk ook aan de slagarm die constant de klap van een bal moet opvangen. Toch zie je overall bij volleyballers wel vaak dezelfde blessures, of het nu gaat om een speelster uit TeamNL of een fanatieke beginner. Dan gaat het vooral om blessures aan vingers, enkel, schouder en knie. Het verschil is vaak in welke fase er een professional meekijkt. Niet ieder team heeft natuurlijk een fysio naast het veld staan. Daarom is het belangrijk om verstandig te zijn voor jezelf, je spelers of teamgenoten. Daarmee kun je erger voorkomen.”

Voor onze Oranje dames, en hun tegenstanders, wordt dus goed gezorgd. “Naast sportspecifieke zorg, zijn we tijdens het WK ook een soort huisarts voor de speelsters uit alle landen. Ze kunnen dus voor alles bij ons terecht en dat is een veilig gevoel op één van de hoogtepunten in je carrière.”

Meer tips voor volleyballers

  • Let op je lichaam, blijf niet lopen met kleine pijntjes, maar pas je training erop aan;
  • Heb je zelf geen of weinig medische kennis? Er loopt misschien wel een fysiotherapeut of iemand anders met medische kennis rond op de club waar je terecht voor advies.
  • Bezoek een fysiotherapeut als je klachten niet beter worden. Vaak kan hij of zij je verder helpen;
  • Is het seizoen in volle gang? Misschien ben je dan wat vaker moe of voel je de druk in de competitie? Je wordt dan vaak juist net wat fanatieker, ook dan is het risico op blessures hoger. Zorg voor een goede warming up en blijf zo goed mogelijk geconcentreerd in je spel.

Meer tips voor trainers

  • Kijk hoe je de training of wedstrijden kunt aanpassen voor een (licht) geblesseerde speler. Je kunt een speler beter nu een set minder laten spelen, dan straks weken niet;
  • Zorg, juist in de aanloop naar het wedstrijdseizoen, voor een extra goede warming-up, bouw het aantal sprongen in een training bijvoorbeeld op;
  • Wees ook scherp op overbelastingsklachten als de wedstrijden in volle gang zijn. Als de druk hoger wordt op spelers, zowel fysiek als mentaal, dan is het risico op langdurige blessures hoger.

Leuk om te lezen