Peter Sprenger gaat op voor derde termijn als voorzitter Nevobo
Peter Sprenger is ook de komende vier jaar voorzitter van de Nevobo. De 58-jarige Sprenger werd zaterdag (16 december) door de Bondsraad herkozen voor zijn derde en laatste termijn.
In december 2015 werd Sprenger voor het eerst tot voorzitter benoemd. Destijds nam hij het stokje over van de inmiddels 81-jarige (sport)bestuurder Hans Nieukerke.
Gefeliciteerd met de herbenoeming. Wat maakt dat je wil gaan voor een derde termijn?
‘Het belangrijkste aspect is het teambelang. Na acht jaar is het niet meer dan logisch dat reflectie en evaluatie plaatsvindt. Hierbij heb ik gemerkt dat de samenstelling van het team, het draagvlak en de energie goed zitten. We hebben een sterk team met een heldere rolverdeling. De organische manier waarop de taken van vertrekkend directeur Guido Davio zijn overgenomen zegt veel over de duurzaamheid van ons team. Dit in combinatie met de kennis en ervaring die we de afgelopen jaren hebben opgedaan maken het zeer de moeite waard om nog vier jaar te blijven.’
Hoe kijk je terug op de afgelopen vier jaar?
‘Een zeer belangrijk aandachtspunt was (en is) de duurzaamheid van verenigingen. Hoe zorgen we ervoor dat de verenigingen zich lokaal kunnen (blijven) ontwikkelen en sterk blijven. In dat kader hebben we de afgelopen jaren verschillende programma’s in het leven geroepen. Denk hierbij aan het beschikbaar stellen van professionals om vrijwilligers binnen verenigingen gericht te ondersteunen. De aandacht voor verenigingen bedraagt 90% van onze agenda.
Waar het gaat over topsport denk ik met warme gevoelens terug aan het WK voor dames in 2022. Een prachtig toernooi waarbij we de wereld hebben laten zien wat we in huis hebben. Dat is en blijft een van onze speerpunten. We willen volleybalevenementen naar de mensen brengen. Of het nu gaat om zaal- of beachvolleybal. Vanzelfsprekend spelen (de prestaties van) onze nationale teams hierin een belangrijke rol. Een mooiere vorm van marketing voor onze sport dan het organiseren van (top)sportevenementen in eigen land bestaat haast niet.’
Op welke manier omschrijf je de sinds 2015 ingezette weg?
‘Ik zou de onderlinge verhoudingen binnen ons team omschrijven als ‘kritisch constructief’. De afgelopen acht jaar, maar ook voor die tijd onder Hans Nieukerke, is die lijn ingezet. Er bestaat eenheid over ons beleid. Op die manier zijn we in staat om samen (Bondsraad, bestuur, werkorganisatie en directie) de juiste keuzes te maken. Op die sterke eenheid heb ik na mijn eerste benoeming gestuurd en daar zal ik ook de komende periode over blijven waken.’
Welke (maatschappelijke) uitdagingen zie je in je laatste termijn?
‘In deze tijd is het zaak om de juiste dingen te doen. We leven in een tijd waarin de (top)sport best onder druk staat. Het voeren van goed beleid is essentieel om het volleybal in Nederland te ondersteunen en groot te houden. De toekomst van de volleybalsport hangt nauw samen met de ontwikkeling van de afzonderlijke verenigingen. De duurzaamheid van het volleybal loopt via de as van de verenigingen. De integriteit van zowel onze organisatie als de volleybalsport is de hoogste norm. Het bewaken van een veilig sportklimaat blijft de komende jaren dan ook een speerpunt.’