Nevobo ondersteunt volleybal op de Cariben
De Caribische eilanden Saba en Sint Eustatius zijn bijzondere gemeenten in het Koninkrijk Nederland. De Nevobo heeft deze zomer clinics gegeven en trainers opgeleid voor de ontwikkeling van de sport.
Sinds 10 oktober 2010 zijn de Caribische eilanden Saba, Sint Eustatius en Bonaire bijzondere gemeentes binnen het Koninkrijk Nederland. Net als in Europees Nederland is daar een Sport- en Preventieakkoord gesloten om sport als middel in te zetten om de vitaliteit van de inwoners te vergroten.
Naar hoger niveau
Volleybal is een populaire sport in het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk, op Sint Eustatius is het zelfs sport nummer 1. Maar er is ondersteuning nodig om volleybal naar een hoger niveau te krijgen, zowel organisatorisch als technisch. Dat is de reden dat namens de Nevobo opleiders Ine Klösters en Jolanda Gudde in augustus een maand lang op Saba en Sint Eustatius zijn geweest om clinics te verzorgen, waarbij trainers werden opgeleid en tieners konden deelnemen aan summer camps.
“Op Saba heeft een heel actieve jeugdgroep een plan mogen pitchen voor het Ministerie van VWS, ze wilden daar graag meer voor jeugd georganiseerd krijgen”, vertelt Nevobo-opleider Ine Klösters. “Toen heeft VWS gezegd: dit is zo’n geweldige groep, we gaan ze belonen met een budget en daarmee mogen ze dan het plan uitvoeren. Het plan werd: een volleybal en voetbal summer camp voor pubers. Van daaruit is het balletje gaan rollen en heeft VWS gezegd: dan gaan we er ook voor zorgen dat er trainers komen en dat er trainers opgeleid gaan worden. Op Sint-Eustatius, dat zijn de buren die je vanaf Saba ziet, hoorden ze ervan en daar zeiden ze: ‘als jullie mogen, dan willen wij ook’. Zo is het idee geboren om op deze twee plaatsen de VT2-cursus te geven.”
Het niveau van de volleyballers en trainers varieerde nogal. Ine: “Sommigen hadden volleybal gezien, dat was het niveau. Anderen waren best wel op de hoogte, maar waren gedateerd/ouderwets in gedachtegang. Vooral didactisch en pedagogisch was er winst te behalen. Hier ligt de focus bijvoorbeeld op wat er fout gaat, wij werken inmiddels op een compleet andere wijze. Wij focussen ons op wat goed gaat en beter kan. Dus vooral op het gebied van didactiek en pedagogiek hebben we ze heel veel kunnen brengen. Als een spons namen ze dat op. Het belangrijkste wat wij ze bijgebracht hebben is: hoe leg ik een oefening uit? Hoe geef je feedback? Hoe zorg je ervoor dat iedereen zich gezien voelt? Hoe zorg je ervoor dat kinderen zelf gaan meedenken? Wij zijn gebruikmakend van de volleybaltechnieken bezig geweest met pedagogiek en didactiek. De reactie van een aantal was dat het zo leuk was, dat ze niet eens doorhadden dat ze aan het leren waren.”
“Voelen de verantwoordelijkheid”
De Nevobo werkte graag mee aan het geven van de clinics. Peter van Tarel, manager sportontwikkeling, zegt hierover het volgende: “Wij vinden het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen volleybal beleven. Zowel in Nederland, als in onze Bijzondere Caribische gemeenten. We voelen de verantwoordelijkheid om onze kennis en ervaring te delen, zodat we samen onze sport groter maken. Dat we hier veel waarde aan hechten, blijkt bovendien wel uit het feit dat we deze rol aan onszelf hebben toebedeeld in het Bid voor het WK 2022.”
“Effectiever trainen”
Dat volleyballen op Saba en Sint Eustatius nogal verschilt van dat in Europees Nederland ondervonden Ine en Jolanda aan den lijve. “Een heel basaal dingetje: bij ons zeurt de jeugd als je ze laat hardlopen. Dan zeuren ze dat ze er moe van worden en gaan zweten. Zulke opmerkingen krijg ik als ik Meisjes-B training geef. Maar daar is het in de sporthal 35 graden en heb je geen airco. Ik snap wel dat ze daar een grotere hekel hebben aan hardlopen dan de pubers hier. Ga ze dan maar in beweging houden, ga dan maar eens dusdanig met ze trainen zonder dat ze geplaagd worden door de hitte. Dat is een wezenlijk verschil met hier. Maar om dan te zien dat het daar ook werkt en ook lukt, als je de oefeningen maar leuk genoeg maakt zodat ze vergeten dat het zo warm is. Ze zijn daardoor op een andere manier veel effectiever aan het trainen nu en met veel meer plezier volleybal aan het beoefenen.”
“Sport doorontwikkelen”
Michiel Derksen, beleidsmedewerker sport van het sociale domein bij het Openbaar Lichaam op Sint Eustatius, legt uit hoe de clinics passen in het beleid dat op de eilanden wordt gevoerd.
“Sint Eustatius (ongeveer 3.100 inwoners) is net als Saba en Bonaire sinds 10-10-2010 een bijzondere gemeente in het Koninkrijk der Nederlanden. Voor sport valt Sint Eustatius dan ook onder de Europees Nederlandse sportbonden wat de aansluiting van georganiseerde sport in de Caribische regio, ofwel met de omliggende eilanden, compliceert. We zijn volop actief om sport en dus ook de georganiseerde sport te ontwikkelen. Als openbaar lichaam doen we dit samen met de verenigingen, de centrale sportstichting op St. Eustatius, met Saba, de sportbonden en het ministerie van VWS. Voor volleybal speelt de Nevobo een actieve rol met onder andere de recente clinics en certificering van 9 trainers tot volleybal trainer niveau twee. Daar willen we graag vervolg aan geven.”
“Voor de komende jaren willen we een sportstructuur creëren die als basis fungeert voor de verdere ontwikkeling van de sport en dat de daartoe benodigde faciliteiten aanwezig zijn. Zowel sport ontwikkelen in de breedte als ook dat talenten, vooral jeugd, zich kunnen ontwikkelen. Voor grotere talenten ambiëren we dat deze door kunnen stromen naar Europees Nederland, Verenigde Staten of binnen het Caribisch gebied. Voorbeeld hiervan is een Statiaanse basketbalspeler die momenteel in de Eredivisie speelt.
Maar ook dat bij een vervolgstudie elders de Nevobo een Statiaanse volleyballer kan helpen bij het vinden van een club. En als je dan weer terugkomt op het eiland, kan je je kennis delen.”
“Door gezamenlijk op te trekken streven we dat onze jeugd dezelfde kansen krijgt als in elke andere gemeente in Nederland. Met het bezoek van de Nevobo is de eerste gezamenlijke stap gezet!”
“Materiaalhok is een zeecontainer”
Dat de sport beter gefaciliteerd moet worden was iets wat Ine en Jolanda ook zagen. “Op Saba hebben ze één sporthal op het hele eiland. Dat is ook niet erg, je bent van welke plek op het eiland ook in tien minuten daar. Alleen als het buiten regent (en het regent er nog wel eens), dan regent het binnen ook. Het is een hele slechte sporthal. Er is geen airco. Dat is op zichzelf niet gevaarlijk, maar vooral niet prettig. Afdekplaatjes van elektra ontbreken. Je ziet gewoon het koper zitten, ook aan een muur waarlangs het water naar beneden komt als het regent. Dat is niet het niveau van een zaal die wij hier kennen. Het materiaalhok heeft wel airco. Dat moet ook, omdat het dusdanig vochtig en warm is dat materiaal verpulvert. Je merkt ook dat de buitenkant van de ballen is verpulverd, allerlei materiaal dat buiten het materiaalhok blijft liggen, smelt als het ware gewoon.”
“Op Sint Eustatius hebben ze geen airco in het materiaalhok, het materiaalhok is een zeecontainer die buiten staat. Daar hebben ze een iets grotere hal, ook een iets betere hal, maar daar is het dus ook zo warm dat fanatiek sporten lastig is. Ze zijn niet zo goed uitgerust als hier, maar tegelijkertijd is het ook makkelijker om andere sportmaterialen te gebruiken, omdat ze niet zo panisch zijn in het vasthouden van hun eigen spullen. Want als je hier in Nederland in een sporthal komt, zit het allemaal op slot, iedereen heeft namelijk zijn eigen kastje met zijn eigen slotje.”
"Vereniging van 60 jaar geleden bestaat nog”
Wat volgens Ine ongeëvenaard is, is de echte verenigingszin. “De vereniging van zestig jaar geleden bestaat nog op Saba”, vertelt ze met een grote glimlach op haar gezicht. “Het stukje respect en vertrouwen naar elkaar toe. Niet alleen in het volleybal, maar op Saba helemaal. Saba heeft minder dan 2000 inwoners, een beetje hockeyclub is groter. Er is geen criminaliteit, mensen letten daar op elkaar. Er is sociale controle, men is relaxt en zorgt voor elkaar. Vereniginszin zit echt in de cultuur. Iedereen ziet opvoeden als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Als er iets gebeurt wat niet hoort dan zeggen mensen er iets van. Ik ben daar heel gelukkig van geworden, omdat ik dacht: het kan nog. Het is mogelijk, we kunnen op een manier met elkaar omgaan die ervoor zorgt dat iedereen zijn kans en zijn ruimte heeft. Dat vond ik echt supermooi om te zien. Ik ben heel benieuwd of er nog meer van dit soort plekjes op de wereld zijn. Een heel mooie ervaring.”
Momenteel is de Nevobo ook actief om de volleybalsport op Bonaire verder te ontwikkelen in samenwerking met de Bonairiaanse volleybal bond (Bovobo), verenigingen, VWS en andere stakeholders. Naast trainerscursussen, clinics en managementondersteuning wordt ook gewerkt aan een beachpark voor beachvolleybal en andere sporten.