De vruchten plukken van samenwerking met Superclub
Procesbegeleiders Maartje Fleuren en Ine Klosters helpen clubs met professionaliseren.
Gezonde en toekomstbestendige verenigingen creëren. De organisatorische slagkracht en kwaliteit van verenigingen vergroten. En vooral: verenigingen een even logische als onmisbare rol geven om mensen in hun omgeving beweging en plezier te bieden. Met deze ambities is de Nevobo vanaf 2019 aan de slag gegaan met het professionaliseren van volleybalverenigingen.
Onder professionaliseren verstaan we: clubs vanuit de basis versterken door een professional in dienst te nemen. Daarnaast werken deze ‘Superclubs’ samen met andere clubs in de regio. Maartje Fleuren en Ine Klosters begeleiden het tot stand brengen van die samenwerking en ervaren dat het helpt als een objectieve buitenstaander het gesprek opent.
Procesbegeleiders Maartje Fleuren en Ine Klosters
Maartje en Ine zijn als procesbegeleiders betrokken bij professionaliseren. Zij helpen clubs gedurende het professionaliseringstraject met bijvoorbeeld het ontwikkelen van plannen, zodat de professional optimaal ingezet kan worden. Maar vooral helpen ze de samenwerking met omliggende clubs tot stand te brengen, zodat die ook van de inzet van de professional kunnen profiteren. “Elke club snapt dat een sporter die niet verder komt, dat die ergens anders ondergebracht moet worden”, vertelt Ine. “Bij een andere club die iets meer of anders te bieden heeft. Iedereen vindt dat logisch, een goed plan en support dat idee. Gek genoeg werkt het met de samenwerking met superclubs net iets anders. De gedachte is dat omliggende volleybalverenigingen de vruchten kunnen plukken van de samenwerking met de Superclub. In de praktijk zien ze het nogal eens als een bedreiging: jij bent superclub, dus jij staat boven mij.”
In gesprek gaan
“De Nevobo is nog aan het ontdekken wat de beste manier is om dat proces van samenwerking in gang te zetten”, valt Maartje bij. “Ik merk dat nu ik er tussen zit en vraag of ze aan tafel willen komen, dat dat helpt. Clubs waar het goed gaat zijn minder een bedreiging wanneer ik als objectieve buitenstaander het gesprek open. Veel verenigingen weten ook nog niet dat het bestaat of wat het inhoudt. Wij zorgen ervoor dat clubs met elkaar in gesprek gaan. En als mensen elkaar een keer gezien hebben, zijn ze altijd positief. Dan zien ze al snel dat samenwerken loont.”
De winkel
Dat is ook de ervaring van Ine: “Elkaar leren kennen. Een hand geven, en van daaruit gaan ze elkaar mogen. Dan zien ze de mens achter de club en gaan ze elkaar vertrouwen en wat gunnen. Als een compleet vreemde zegt ‘wij zijn van superclub X en wij komen je helpen’ dan werkt dat niet. Je kunt hulp bieden maar dan moet je elkaar eerst leren kennen. Wij leggen die connectie. Superclubs worden een soort van herijkt. Ze moeten een plan indienen waarin ze beschrijven in hoeverre ze voor hun omgeving bezig zijn. Veel verenigingen zijn er in gestapt wetende dat ze andere clubs moeten helpen professionaliseren. In hun plan beschrijven ze dan ook: ‘dit kunnen we voor je doen’. Dat is echter een aanbodgericht verhaal. Maartje en ik zijn in feite de winkel. Wij gaan de vraag ophalen, aan tafel zitten met een vereniging en vragen waar ze behoefte aan hebben. Dat is vaak hetzelfde: trainersbegeleiding, ondersteuning van het bestuur, scholing op een bepaald vlak of vrijwilligerscoördinatie.”
Positieve energie
“Wij gaan luisteren wat er gebeurt en verbindingen leggen”, vervolgt Maartje. “Ik hoor dat clubs bijvoorbeeld met dezelfde vraagstukken bezig zijn. En soms geef ik daarbij een voorzetje: bijvoorbeeld ‘wat is je zorg?’ en ‘wil je het met ons delen?’.” Ine voegt toe: “We manipuleren -op een goede manier- ook wel het tot elkaar komen. We kunnen met z’n allen heel zeurderig zijn: de prijzen gaan omhoog, de tarieven van de gemeente moeten omlaag. Wij steken juist in op waar je als vereniging goed in bent. Als ze daar over gaan vertellen, komt er positieve energie. Soms lukt het binnen twee maanden iets voor elkaar te krijgen, maar er zijn ook clubs waar ik al zeven maanden bezig ben. Als er nog oud zeer zit, dan neemt het veel tijd in beslag.” “Maar gisteren was ik bij een club en daar ging opeens het vlammetje aan”, vertelt Maartje enthousiast. “Er kwam ter sprake dat een club behoefte had aan beachvolleybalvelden. Zegt een andere club opeens ‘je kunt gewoon onze velden gebruiken’. Dat zou anders niet tot stand gekomen zijn. Die club gaat niet alle omliggende clubs bellen om te vertellen dat er velden zijn die gebruikt kunnen worden. Op zo’n moment is het bestuur ook blij. Je voelt dat in anderhalf uur tijd van alles van hun bordje gehaald wordt.”
Succesverhaal
Maartje: “Ik vind het goed van de Nevobo dat ze gewoon zijn begonnen. Je kunt altijd wachten maar door aan de slag te gaan met superclubs is er wel iets ontstaan. Het is mooi als dat navolging krijgt.” “Er leven wel wat vooroordelen”, besluit Ine. “Zo zijn verenigingen wanneer ze met elkaar aan tafel gaan zitten al snel bang om te fuseren, maar dat is nergens voor nodig. Je wilt juist ook kleinere verenigingen houden zodat je die hele leuke derby’s behoudt. Natuurlijk kan het om andere redenen zin hebben maar dat is niet het doel van met elkaar aan tafel gaan zitten. En ook wil ik onderstrepen dat het inzetten van een beroepskracht niet de vrijwilligersorganisatie onderuit haalt, maar deze juist ondersteunt. Als clubs elkaar hebben gevonden door dit traject en als volleybal in de regio sterker wordt, dan is het een succesverhaal.”
Meerdere begeleidingstrajecten
Op dit moment zijn Ine en Maartje aan de slag bij 15 locaties in Nederland om in totaal 33 verenigingen te ondersteunen in het opzetten van samenwerkingsverbanden en/of het ontwikkelen van beleidsplannen.
Kan jouw club de hulp van Maartje of Ine ook gebruiken? Neem dan contact op met de accountmanager in jouw regio. Meer weten over professionaliseren?